Orang-oetans spotten op Sumatra

Sumatra kent één van de grootste nationale parken van Indonesië, het Gunung Leuser National Park. Het regenwoud is 950.000 hectare groot en beschermd werelderfgoed. Het is het leefgebied van meer dan 750 diersoorten, waaronder bedreigde diersoorten zoals orang-oetans, olifanten, luipaarden, tijgers en neushoorns. Ook vind je er diersoorten die je nergens anders op de wereld tegenkomt, zoals de Monkey Leaf aap. Onder leiding van een ranger kun je trekkingen maken door het nationale park.

Hoe kom je er?

Vanaf Amsterdam, Brussel of Düsseldorf kun je via Doha met Qatar Airways aanvliegen op Medan. Singapore Airlines of Garuda Airways vliegen ook met één tussenstop vanaf Amsterdam. Als je op doorreis bent, kun je ook een regionale of binnenlandse vlucht pakken naar Medan.

Je kunt het beste vanaf via je accommodatie een auto met chauffeur regelen je de vanaf de luchthaven van Medan naar het nationale park toe rijdt. Het is een 6-uur durende hobbelige rit langs dorpen en oneindig veel palmolieplantages. Zuur om te beseffen dat de meeste palmolie ter wereld van Sumatra afkomt, waarvoor delen van het regenwoud gekapt zijn.

Beste verblijfmogelijkheden

De bekendste plekken gelegen aan het regenwoud zijn Tangkahan, Ketambe en Bukit Lawang. Deze plekken zijn vooral bekend vanwege het spotten van orang-oetans. Vanaf alle drie de plekken kun je trekkingen maken door het Gunung Leuser National Park onder leiding van een ranger.
Tangkahan is een klein dorpje gelegen aan de rivier. Hier zijn een aantal eenvoudige guesthouses gebouwd. Naast het maken van trekkingen kun je hier tuben op de rivier en een hike maken naar een waterval.
Ketambe is het moeilijkste te bereiken, omdat het aan de andere kant van de rivier ligt. Hier is niet echt een dorpje, maar ben je meer gebonden aan je eenvoudige guesthouse. Deze plek geeft je wel het meeste off-the-beaten-track jungle gevoel.
Wil je voor een iets comfortabelere plek gaan, kies dan voor Bukit Lawang. Ook gelegen aan de rivier met de meeste guesthouses, restaurantjes en winkeltjes. Loop door het dorp en zie kinderen voetballen en hun ouders werk uitoefenen. Buiten het hoogseizoen zul je ook hier amper toeristen tegenkomen. Een leuke plek om te overnachten is Eco Lodge Bukit Lawang Cottages of Ida Guesthouse & Restaurant.

Trekking door de jungle

Er zijn verschillende trekkingen die je kunt doen door het Gunung Leuser National Park. Maak bijvoorbeeld een korte trekking van 3 ongeveer uur, een dagtrekking of een meerdaagse-trekking. Hoe langer je gaat hoe meer dieren je zult spotten. Bij de meerdaagse-trekking zul je in het NP overnachten in een tentje. Je zult voornamelijk apen, vogels en insecten tegenkomen. Als je de kans wilt hebben om olifanten of neushoorns te spotten, moet je veel dieper het regenwoud in. Onze ranger vertelde dat hij binnenkort met iemand een 10-daagse trekking ging doen.

De meeste mensen kiezen voor een dagtrekking vanaf Bukit Lawang. Een dagtrekking is vaak met een klein groepje van maximaal 4 personen + een ranger. De orang-oetans die hier leven zijn semi-wild. Vroeger werden orang-oetans als huisdieren gehouden en regelmatig mishandeld. Later werd dit verboden en is er een rehabilitatiecentrum opgericht om de orang-oetans te laten aansterken en om te laten re-integreren in het wild. Hierbij is destijds een voederplaats gemaakt waar reizigers de orang-oetans konden voeden. Dit is later afgeschaft om de dieren echt weer terug te laten in het wild en niet afhankelijk te laten zijn van de mens. De oude garde weet nog wel de weg terug de vinden naar de rand van het dorp, waar ze op zoek gaan naar fruitplantages. De pasgeborenen zullen steeds wilder raken, wat uiteindelijk hoe doel is. De startpunt van de trekking is dan vaak bij de fruitplantages, waar je dus al kant hebt om orang-oetans, maar ook makaken en Thomas Leaf apen te spotten. Daarna loop je verder en wordt de weg al snel zwaarder en glibberig. Het is echt klimmen en klauteren, bergopwaarts en dan weer dalend en de luchtvochtigheid is hoof. Maar de omgeving maakt alles goed. Onderweg passeer je rivieren en boomstronken en vertelt de ranger van alles over de omgeving. Wij waren al 3 uur aan het hiken en waren verder nog geen dieren meer tegen gekomen na de fruitplantages, alleen insecten. Het was tijd voor een pauze want ons lichaam was wel toe aan wat voeding. De ranger maakte ter plaatse voor ons heerlijke (koude) nasi goreng klaar met als toetje zoete watermeloen, ananas en banaan. Ineens zagen we uit ons ooghoeken twee kleine schildpadden aankomen lopen. Dit was wel het laatste wat we verwacht hadden, schildpadden…? Ze kwamen af op de zoete geur van de ananas. Een grappig gezicht om middenin de jungle een mini schildpad een ananas te zien eten. Niet veel later hoorden we gerommel in de bosjes en uit het niets kwam er een vrouwelijke orang-oetan op ons af. De ranger vertelde dat ook zij op het eten afkwam. Wat een indrukwekkend moment om dit van dichtbij mee te maken terwijl je al uren rondloopt door de jungle. Ze kwam steeds dichterbij en pikte de restjes ananas en banaan in. We hebben stokstijf staan kijken naar haar handelingen. Wauw. Na de lunch hebben we nog een aantal uur door de jungle gelopen waarbij we onderweg nog 3 orang-oetans zijn tegen gekomen. Wat een waanzinnige ervaring.

Beste reistijd en aantal nachten

De beste periode is van februari tot en met september. Wijzelf bezochten Bukit Lawang in januari en gelukkig was het droog, maar zeer warm. De luchtvochtigheid was hoog en de grond was nog heel nat en glibberig van het afgelopen regenseizoen. Van oktober tot en met december duurt namelijk het regenseizoen.
Blijf minimaal 3 nachten, als je aan één trekking genoeg hebt. Het is echt de moeite waard om ook één dag het lokale leven te ervaren. De aankomstdag kom je aan het einde van de middag aan. De tweede dag kun je een trekking doen. De derde dag kun je nog even rustig bijkomen, wandelen door het dorp, tuben of een tour met gemotoriseerde betjah boeken. De vertrekdag ben je ook weer lang onderweg, ongeacht je direct teruggaat naar Medan of doorreist naar Lake Toba, Brastagi of een andere plek.

Wat neem je mee?

Schrik er niet van als je er bloedzuigers of andere insecten op je kruipen tijdens de trekking. Zorg er in ieder geval voor dat je lange sokken aan hebt. Een lange broek is ook aan te raden, maar een korte broek kan ook. Trek wandelschoenen aan met een goed profiel en grip. Een (lange mouwen) t-shirt is voldoende. Neem een kleine rugzak mee met een flesje water en eventueel een kleine snack, je telefoon en/of camera en muggenspray! De ranger zorgt voor de lunch onderweg. Eventueel kun je een pet meenemen tegen de zon. Je zult gaan zweten, zeker bij een hoge luchtvochtigheid en door het klimmen en klauteren, je zou eventueel een klein handdoekje mee kunnen nemen. Neem wat contant geld mee om de ranger een fooitje te geven aan het einde.
Verder is het handig om in je accommodatie bij je te hebben: ORS, paracetamol, diarreeremmers en zinktabletten. Het kan zijn dat het eten niet helemaal goed valt en er zijn geen apotheken of medische klinieken in de buurt. Neem daarnaast ook voldoende contant geld mee, omdat er geen pinapparaten zijn.

Waar boeken?

Je kunt alles los boeken. Een ticket bij de luchtvaartmaatschappij en een accommodatie via Booking.com. Neem contact op met de accommodatie om een auto met chauffeur voor heen en terug en een trekking te boeken.
Sumatra heeft nog veel meer te bieden dan alleen het Gunung Leuser National Park. Ben je van plan een rondreis te maken door Sumatra en wil je dat alles van tevoren geregeld is? Kijk dan eens bij de rondreizen van Van Verre. Zij maken rondreizen helemaal naar wens en op maat voor jou.

Houd onze socials in de gaten voor meer reisinspiratie.

Rowan PeetoomOrang-oetans spotten op Sumatra

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *